Een uit Amerika afkomstige krabbensoort die al sinds 1932 sporadisch in Nederland wordt waargenomen lijkt zich de laatste tijd meer en meer uit te breiden. Het gaat hier om de Blauwe Zwemkrab, Callinectes sapidus. De krab komt voor in brak en zoet water maar heeft voor de voortplanting zout water nodig.
Uiterlijk
De Blauwe Zwemkrab komt oorspronkelijk in Amerika voor, waar het dier wordt beschouwd als een delicatesse. Vooral krabben die net verveld zijn worden daar na kort koken of bakken met huid en haar gegeten. De Blauwe Zwemkrab is een heel erg mooie krab. Hij heeft felle kleuren, grote scherpe scharen en een prachtig rugschild, met twee grote scherpe punten aan de zijkant. Net zoals bij de gewone zwemkrab is het laatste pootpaar van de Blauwe Zwemkrab afgeplat tot peddels zodat het dier goed kan zwemmen. Net als bij de meeste krabben is ook bij de blauwe zwemkrab het verschil tussen mannetjes en vrouwtje erg duidelijk en het beste te zien aan het achterlijf, het abdomen. Bij krabben zit het abdomen teruggeklapt onder de rest van het lichaam. Het abdomen van het mannetje bestaat uit een breed segment en twee hele smalle segmenten. Het abdomen van het vrouwtje bestaat uit vijf segmenten, en is piramidevormig bij onvolwassen dieren, en bij volwassen vrouwtjes is het achterlijf breed, en heeft het de vorm van de koepel van het witte huis in Amerika. Bovendien zijn de schaarpunten van de mannetjes blauw, en bij de vrouwtjes zijn deze rood, alsof ze haar nagels heeft gelakt. De naam Blauwe Zwemkrab komt natuurlijk ook niet zomaar uit de lucht vallen, het dier heeft prachtige blauwe poten Volwassen mannetje kunnen maximaal 22 centimeter breed worden, volwassen vrouwtjes maximaal 17,5 centimeter.
Levenswijze
De Blauwe Zwemkrab komt voor in riviermonden en estuaria. De eieren komen uit in zee, en de jonge dieren trekken dan de rivier op om op te groeien. Meestal vind de paring landinwaarts plaats, waarna de vrouwtjes weer de zee optrekken. Ze leggen tussen de 700.000 en 2.000.000 eieren. De krabben kunnen overleven in vrijwel zoet tot zeer zout water met temperaturen van 3 tot 35 graden Celsius. Voor de voortplanting is echter zout water nodig met een minimumtemperatuur van 20 graden. Net als de andere zwemkrabben is ook de Blauwe Zwemkrab een agressief beestje. Ze eten van alles, bijvoorbeeld vis, krabben, wormen, zeesterren, algen en schelpdieren. De belangrijkst predator van deze krab is de mens, alhoewel waarschijnlijk grote krabben als de noordzeekrab ook wel eens een blauw zwemkrabje zullen peuzelen.
Vangen
Omdat de krab in Amerika als een delicatesse wordt beschouwd is er heel veel informatie over het vangen en klaarmaken van de krab te vinden op het internet. De makkelijkste manier om een blauwe zwemkrab te vangen is gewoon door het water lopen en met een flink vis- hybienet het dier opscheppen. Ook kan je het goed vangen met aas, op de zelfde manier als je strandkrabben kan vangen in havens en vanaf piertjes. Bind gewoon een stukje vis, vlees of ander aas aan een touwtje en gooi dit in het water waar de krabben zitten. De krab zal naar het aas toegaan, en als je het touwtje ophaalt zal het zich met zijn scharen eraan vast houden. Zodra het dier boven water komt van je het op met een net, omdat het zich dan weer vrij snel laat vallen.
Voorkomen in Nederland
In 1932 is de eerste levende blauwe zwemkrab in Nederland gevonden. In 1982 werd er voor het eerst een wijfje met eieren gevonden. Toen werd verondersteld dat de soort zich blijvend bij ons zou vestigen. De larve van de blauwe zwemkrab heeft echter water nodig van minimaal 20 graden nodig om zich te kunnen ontwikkelen. Deze watertemperaturen komen in Nederland weinig voor, maar het koelwater van industrie en elektriciteitscentrales heeft echter wel de juiste temperatuur. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de soort gevonden kan worden in de Amerikahaven in Amsterdam. De laatste tijd komen er echter meer meldingen binnen van waarnemingen van de Blauwe Zwemkrab. Zo stond er afgelopen zomer een stukje in de Telegraaf over de vangst van een vrouwtje met eieren in de Westerschelde, en is er een beroepsvisser in de benedenrivieren die de krab regelmatig in zijn fuiken vangt.
Wil je de krab gaan zoeken, dan heb je denk ik het meeste kans door eens te kijken op de strandjes tussen de kribben van de grote rivieren. Of probeer eens met de hierboven beschreven methode vanaf een brug, krib op kade het dier boven water te krijgen. Zeker in de Amerikahaven in Amsterdam moet dat lukken.
Ik ben vanuit wetenschappelijk oogpunt erg geïnteresseerd in de huidige verspreiding van dit prachtige dier, maar bovendien wil er graag ook zelf een keer eentje vangen. Denk je dus dat je een blauwe zwemkrab hebt gezien, geef dit dan door, want op die manier kan de verspreiding van deze krab goed in kaart worden gebracht!
Literatuur:
· Adema, J.P.H.M., 1991. De krabben van Nederland en België. Nationaal Natuurhistorisch Museum, Leiden
· The Blue Crab Archives: http://www.blue-crab.org/
Terug naar de beschrijving