Rode spinkrab (Hyas coarctatus)


Rode spinkrab
Hyas coactatus Leach, 1815

Herkenning
Het rugschild is ongeveer driehoekig maar deze vorm wordt onderbroken doordat er achter de ogen een brede, zijdelings uitstekende tand staat, waaraan het dier duidelijk van de gewone spinkrab te onderscheiden is. In de oogkas bevindt zich een brede naad/fissuur. Het rostrum is meestal langer dan bij de gewone spinkrab, en is bezet met twee rijen haakvormige haren. De schaarpoten even lang als of langer dan dan het eerste paar looppoten, en bij het mannetje forser dan bij het vrouwtje. De looppoten zijn bezet met stugge rechte haren. De kleur van de carapax is rood tot donker roodbruin.
De lengte van het rugschild is maximaal 5,4 cm.

De rode spinkrab (Hyas coactatus) en de gewone spinkrab (Hyas araneus) lijken op elkaar, onderscheid tussen de soorten is het makkelijkst door te kijken naar de vorm van het rugschild. De gewone spinkrab heeft een min of meer driehoekig rugschild dat geleidelijk breder wordt. De rode spinkrab heeft een duidelijke insnoering in het midden van het rugschild en de stekel aan de zijrand van het rugschild is sterk verbreed waardoor het rugschild liervormig is.

Habitat, biologie/ecologie, voorkomen en verspreiding.
De rode spinkrab wordt gevonden van de getijdezone tot 500 meter diepte, maar in Nederland meestal tussen de 10 en 50 meter. De levenswijze komt overeen met die van de gewone spinkrab. Wijfjes met eieren kunnen het hele jaar door worden gevonden, zelden worden geslachtsrijpe wijfjes gevonden zonder eieren. Ze legt per keer 700 tot 7600 eieren